Ondanks de prettige aanblik, met haar flinke vaart, dito groenstrook ernaast en Hollandse weidsheid, is ‘romantisch’ niet het eerste woord waar je bij de Amsterdamse Transvaalkade aan denkt. Daarvoor is de kruising met de Wibautstraat te druk, zijn de parallelgelegen kantoorgebouwen aan de Ringdijk te log en is het bouwjaar van de huizen net even verkeerd. Toch spelen zich er zeer romantische taferelen af. Afgelopen woensdagmiddag bijvoorbeeld, zo rond de klok van een. Terwijl een poederfijne miezer zich diagonaal een weg naar beneden baande. En de rest van Amsterdam daar doorheen, of aan het werk moest.

Daar, op het genoemde tijdstip, in een appartement grenzend aan de vaart, lag een man naakt op zijn bed. Laat over dat bloot-zijn geen misverstand bestaan; de man was poe-del-naakt en zichtbaar als dusdanig voor wie het maar zien wilde. Het personeel van Weekbladpers Media bijvoorbeeld dat, verdeeld over vijf verdiepingen, collectief uitzicht heeft op dit huis. Hier was sprake van de categorie: niet te missen, al had je het gewild – want het bed van de man grenst aan zijn raam, dat raam was niet voorzien van ook maar het dunste laagje vitrage en de billen van de man vormden zozeer het middelpunt van dit kader dat het leek alsof ze met behulp van museumspots zorgvuldig waren uitgelicht.

De man lag er ook bij als een studieobject voor tekenleerlingen; liggend op zijn zij, steunend op één elleboog en hand, met één knie opgetrokken. Tot ineens duidelijk werd dat, anatomisch gezien, de opgetrokken knie niet van de man kon zijn. Nog voordat die gedachte was doorgedrongen, bewoog de knie richting het raam, met het lichaam van een vrouw er achteraan, dat bovenop de man landde. Wederom duurde het een seconde voordat er geen twijfel meer bestond over welk tafereel zich hier afspeelde. Het was woensdagmiddag! Eén uur ’s middags, nota bene. Dan waren er toch geen mensen in de gelegenheid om… Toch wel.

Terwijl mijn collega’s na de nodige meligheid weer overgingen tot de orde van de dag, had ik de grootste moeite me weer op mijn werk te concentreren. Was ik nou echt zo verbaasd over deze woensdagmiddagbesteding, of er gewoon jaloers op? Afgaande op de gedachten die mijn ogen steeds weer van beeldscherm richting raam dwongen, dat laatste. (‘Om zoiets te kunnen doen moet je rijk zijn… of werkeloos… in ieder geval kinderloos.’ / ‘Zulke stookkosten heb ik in ieder geval niet.’)

Het was inmiddels twee uur toen het duo eindelijk gewoon weer naast elkaar lag op het bed, met een clichématige kringel rook opstijgend vanaf het hoofdeinde. Toen ik even later toch nog een blik wierp, zag ik de vrouw – uiteraard nog steeds naakt – naast het bed staan, om zich er met haar borst vooruit weer op te laten vallen alsof ze auditeerde voor de rol van Olga in een remake van Turks Fruit. ‘Ach zie je wel,’ dacht ik minnetjes, ‘het is ze gewoon om de voyeurs te doen.’ Op dat moment trok ze de gordijnen ferm dicht. Mijn uitzicht op een miezerige Transvaalkade in ere herstellend. Misschien niet romantisch, maar wel zo rustig.